Wat als....... - Reisverslag uit Donghe, Taiwan van Margon Brink - WaarBenJij.nu Wat als....... - Reisverslag uit Donghe, Taiwan van Margon Brink - WaarBenJij.nu

Wat als.......

Door: Margon

Blijf op de hoogte en volg Margon

22 Oktober 2019 | Taiwan, Donghe

De ochtend zit erop. Ik heb 4 uur gewerkt en een duik in zee genomen en nu wacht ik in het Cape café op mijn lunch. Ik wil plannen maken voor het weekend. Ik denk erover om een weekendje naar Taitung te gaan en een hotel te boeken en misschien van daaruit naar de warmwaterbronnen in Zhiben te gaan. Nigel vraagt wat ik in het weekend ga doen. Ik vertel hem over mijn plannen en hij zegt “je hoeft geen hotel te boeken, Taitung is maar 20 kilometer hiervandaan, dat kun je gewoon met de scooter doen en als je naar de warmwaterbronnen wil, dan raad ik je Li-song aan. Dat zijn natuurlijke bronnen, die nog niet in het beton zijn gegoten. Het is 3 uur rijden naar Li-song en ik raad je aan vroeg te vertrekken, want het wordt in de middag snel mistig in de bergen.”

Ik dacht dat de scooter alleen bedoeld was om van en naar het werk te rijden, maar blijkbaar mag ik hem overal mee naartoe nemen. Op de kaart zoek ik Li-song op, het is meer dan 100 kilometer bij Dulan vandaan, bij Yushan Nationaal park in de buurt.

Als iemand zegt dat iets mooi is om te bekijken, dan ben ik daar direct voor in, maar met dit nieuwe idee poppen ook direct allemaal gekke vragen op in mijn hoofd. Moet ik met de scooter 3 uur gaan reizen om in de bergen te komen? Is dat wel normaal om die trip te maken op een scooter? Wat als de scooter stuk gaat? Wat als ik een ongeluk krijg? Wat als ik het niet kan vinden? Wat als ik zonder brandstof kom te zitten? Hoe vaak moet ik eigenlijk tanken onderweg? Wat als ik tegen een bergwand aanrijdt? Wat nou als ik het ravijn inrijd?

Wat als…………?

Maar wat als dit het mooiste natuurverschijnsel is dat er bestaat? Wat als de route ernaartoe ontzettend mooi is? Wat als ik er alleen ben en ik de warmwaterbronnen helemaal voor mij alleen heb? Wat als…… ik niet zou gaan?

Ik had natuurlijk het hele idee uit mijn hoofd kunnen zetten en niet heen kunnen gaan, dan waren die vragen ook wel weggebleven, maar mijn nieuwsgierigheid is gewekt, ik schud alle onzekerheden van me af en ik ga op pad.

Op zaterdagochtend gaat de wekker om 5 uur. Ik trek mijn bikini en een hemdje aan, want die heb ik al heel lang niet gedragen en het is toch altijd tropisch warm in Taiwan. Bij het keukenraam voel ik echter dat het zo vroeg in de ochtend nog fris is en dus doe ik er een vestje over aan. De brandstoftank, de telefoon en de powerbank zijn vol. Eten en drinken ga ik inslaan in Fuli en daar ga ik voor de zekerheid ook nog een keer tanken (Wat als ik zonder brandstof kom te staan?)

Op straat, in de WiFi zone, stel ik de navigatie in en ben ik klaar om te gaan. Het is inderdaad frisjes op de scooter, maar niet koud. Althans, niet zolang ik over de kustweg rijdt. Na 20 kilometer sla ik linksaf de bergen in richting Fuli. Een sluierwolk glijdt over een bergkam heen. De zon gluurt voorzichtig over de berg. Een deel van het dal baad al in het zonlicht en een ander deel is nog bedekt met mist, terwijl ik aan de schaduwkant van de berg rijd en voorzichtig de haarspeldbochten neem naar boven. Hoe hoger ik kom, hoe kouder het wordt. Dacht ik toch dat ik me zo goed had voorbereidt, ik heb zelfs gedacht aan mijn poncho, maar was vergeten dat het in de bergen een stuk kouder is. Waarom moest ik nu uitgerekend vandaag een hemdje aandoen? Als ik uiteindelijk aan de zonkant van de berg rijd en de zon voorzichtig tussen de bladeren probeert te schijnen, is de kou al in mijn hele lichaam gaan zitten. Mijn benen beginnen ongecontroleerd te trillen, mijn schouders doen zeer, omdat ik ze onbewust steeds optrek, ik heb geen gevoel meer in mijn vingertoppen en begin bijna te klappertanden (Wat als ik onderkoeld raak?).

In Fuli vind ik de 7/11 waar ik nog wat extra water en eten inkoop en verderop laat ik de brandstof tank weer volgooien. Ik volg de borden naar Yushan national park en check af en toe of ik nog goed rijd. Er gaat één kronkelweg de bergen in, de high way naar het westen. Op de borden staat aangegeven dat de weg naar Tainan afgesloten is en onderweg merk ik, gezien het aantal wegwerkzaamheden, dat er af en toe weleens een stuk berg naar beneden valt (wat als ik uitglijdt in het grind?). Maar ik hoef niet helemaal naar Tainan en ga ervan uit dat de weg naar de warmwaterbronnen nog wel open is.

Het uitzicht is geweldig. Van hoge kale rotswanden tot bergen begroeid met bomen. De dalen zijn uitgesleten door snelstromende riviertjes. Ik slinger langzaam omhoog, over bruggen en door tunnels. Wanneer ik steeds hoger kom en een weids uitzicht heb over de steeds dieper wordende valleien, zie ik dat er hier hoog in de bergen toch nog landbouw wordt bedreven. De akkers zijn op terrassen aangelegd en de groene rijstvelden glinsteren in het zonlicht. Een stemmetje in mijn hoofd begint weer te klagen. Hoe ver is het nog? Zijn we er al bijna? Ik stop maar eens in de zon, want ik heb het nog steeds koud. Ik check de navigatie en zie dat ik er toch bijna ben en omdat er twee honden uitzinnig naar me staan te blaffen, rijd ik snel door.

Als ik na 4 uur reizen, een heel stel auto’s en scooters in de berm zie staan, denk ik dat ik er ben, maar er staat nergens een bord. Eigenwijs als ik ben, rijd ik eerst verder en keer dan toch weer om. Ik vraag een groepje mensen, die net uit een auto is gestapt of dit de Li-song hot springs zijn en een meisje geeft aan dat ik inderdaad daar in de bocht naar beneden kan lopen. Als ik naar beneden wandel zie ik op mijn navigatie dat ik op de juiste weg loop.

Vol vertrouwen volg ik het beton pad naar beneden tot aan een akker. Daar staat dan eindelijk een bordje met Li-Song. Er staat een krat met werkhandschoenen en het pad gaat over in een zandpaadje dat vrij steil naar beneden loopt. Aan beide kanten van het pad is een dik touw gespannen. Het is met lange pinnen in de grond vastgezet. Ik houd me vast aan het touw en dat is ook wel nodig want af en toe glijd mijn voet weg op de steentjes of losse takjes. Het is een uur lopen het dal in tot aan de rivier. Het eerste stuk kom ik niemand tegen, maar halverwege haal ik toch wat andere toeristen in. Ze dragen allemaal werkhandschoenen, om hun tere handjes te beschermen. Eén meisje daalt zelfs achterstevoren het, in mijn ogen nog niet zo steile, pad af naar beneden. Ik loop sneller dan de rest en ze laten me allemaal voor gaan.

Dan komt er een rots die zo steil naar beneden gaat, dat ik ineens mijn verborgen klimtalent uit mijn ‘rugzak’ moet halen. Hier kun je niet meer op je billen naar beneden klimmen of glijden. Ook ik moet hier achterstevoren naar beneden. Ik grijp het touw beet, zet mijn benen in een horizontale houding tegen de rots en laat me voorzichtig naar beneden afdalen. Dit is toch even iets heel anders dan wandelen, dit heeft meer weg van bergbeklimmen.

Dieper en dieper laat ik mezelf het dal in dalen. Het lijkt alsof ik ongeduldig ben, alsof ik haast heb. De andere mensen laten me voor en achter elkaar klimmen we naar beneden. Ik heb er gewoon zin in vandaag. Vandaag is de eerste keer dat ik een natuurlijke warmwaterbron ga bezoeken en ik geef toe ik heb geen idee wat ik moet verwachten.

Dan kom ik eindelijk aan bij een rivier. Ik steek mijn handen in het water om de modder eraf te wassen en natuurlijk om te voelen hoe warm zo’n warmwaterbron is. Ik probeer de teleurstelling op mijn gezicht te verbergen achter mijn zonnebril, want dat water is toch verrekte koud voor een warmwaterbron.

Ik ga eerst maar eens op een steen zitten om een slokje water te drinken en te kijken wat de rest van de mensen doet. De meeste mensen waden door de rivier naar de overkant. Er hangen ook wat mensen bij een rots rond die daar op en af proberen te klimmen. Wat had Nigel ook alweer gezegd? Ik moest uitkijken naar groene wanden, daar zijn de bronnen, maar ik zie geen groene rotswanden. Ik trek mijn schoenen en broek uit en ik hang mijn tas weer op mijn rug. Ik volg de mannen die ik zojuist op het pad naar beneden had ingehaald. Ik waad door de koude rivier naar de overkant en zie daar dat ik via een boomstam de grote rots op moet klimmen. Natuurlijk willen al die mannen mij wel een ‘handje’ helpen. Ik sluit mij aan bij deze groep die al ervaring lijkt te hebben met deze rots klimpartij.

We klimmen langs de zijkant van de rots, onder ons stroomt de snelle rivier. Ik zet mijn blote voeten op precies dezelfde plek als de anderen en kijk uiterst geconcentreerd waar de anderen zich aan vasthouden en vind gelukkig ook stukken rots waar ik mijn vingers achter kan klemmen. De rotsen zijn hier niet glad en eigenlijk gaat het best goed. Al heb ik wel een zekere spanning in mijn buik (wat als ik in het water val?). Ik denk dat ik met mijn lange benen in het voordeel ben en ben dan ook verbaasd als ik oudere en kleinere mensen ook de rosten zie beklimmen. Dan zie ik uiteindelijk de groene wanden, aan de overkant van de rivier. Er komt stoom van de rotswand af en er druppelt water naar beneden. Mijn ‘gids’ zegt dat ik via het touw moet afdalen het water in en naar de overkant.

Ik zet mijn tas neer en trek mijn hemd uit en daal via het touw het water in. Ik kan er niet staan, het water is behoorlijk koud en stroomt hard. Ik trek me aan het touw op naar de overkant waar een vrouw met een grote glimlach het touw strak trekt. Dan sta ik eindelijk met mijn voeten in het warme water. Ik ga zitten en voel de warme druppels op mijn schouders vallen. Iemand wenkt me dat ik me bij hen aan moet sluiten. De door mensenhanden gemaakte ondiepe ‘badjes’ zijn gevuld met warm, bijna heet, water. Ik neem plaats in een badje en voel het hete water tegen mijn dijbeen aanstromen. Ik kijk naar boven langs de groene rotswanden en naar de met varens begroeide rotswand boven me, waar de druppels vanaf vallen en het stoom opstijgt. Ik ben er stil van, wat is dit mooi.

Terwijl er onder luid applaus en gegil één voor één mensen zich door het koude water naar de overkant trekken, neem ik de omgeving stilletjes in me op.

Na een tijdje trek ik me weer terug naar de overkant en maak ik me klaar voor de klimpartij terug. Ik heb alleen wat moeite met die natte boomstam, maar het lukt me toch om heelhuids beneden te komen. Als ik weer terug ben bij mijn broek en schoenen, ga ik lunchen.
De klim het dal uit is zwaar. Al verbaas ik me er wel over hoe gemakkelijk ik mezelf op kan trekken aan het touw omhoog. Ik heb weer haast en haal iedereen in. De mensen die ik inhaal, steken allemaal hun duim naar me op, maar ik weet niet precies wat ze tegen me zeggen. Ik ben blij en opgelucht als ik het beton pad bereik en als ik bijna bij de scooter ben, komen er ineens buitenlandse toeristen naar beneden en vragen me hoe lang het lopen is naar de bronnen. Ik zeg dat het ongeveer een uur lopen is.

Met een iets hogere snelheid, omdat ik de weg nu lijk te kennen en de scooter iets meer vertrouw, rijd ik terug naar de bewoonde wereld. Dan met mijn linkerknie en dan weer met mijn rechterknie aan de grond, zo slinger is de bergen uit. Gelukkig is de lucht lekker opgewarmd en voel ik geen kou meer. Bij de 7/11 in het stadje, giet ik mezelf eerst vol met water en eet ik wat zoets.

Als ik vervolgens de andere bergkam nog over moet, zie ik dat het tellertje van de brandstoftank terug zakt. Shit, denk ik, ga ik dat wel halen of moet ik nog weer terug om te tanken (wat als …..?), maar een ander stemmetje zegt, ‘ach neem toch eens een risico, het komt vast wel goed’.

‘Het komt vast wel goed’ klinkt nogal nuchter, (wat als……) maar toch rijd ik door.

Ik kwam niet zonder brandstof te staan.

Bij thuiskomst moet ik drinkwater halen bij het café. Daar kom ik Nigel tegen, die vraagt hoe mijn weekend verloopt. Wel goed, zeg ik, ik ben vandaag naar Li-song geweest. “WHAT? Alone? Alleen?” Van verbazing begint hij Nederlands en Engels door elkaar te praten. Hij wijst me vervolgens op een website waar ik allemaal mooie plekjes kan vinden, zoals warmwaterbronnen en watervallen. Tussen neus en lippen door zegt hij dat ik beter met z’n tweeën kan gaan, want niet alle plekken zijn zo bekend en druk bezocht als Li-song en als je valt………

Wat als ik val………?


  • 22 Oktober 2019 - 16:37

    Patricia:

    Mooi avontuur Margon! Zeker niet raar dat je beren op de weg ziet, bij dit uitstapje. groetjes Patricia

  • 24 Oktober 2019 - 14:47

    Liesbeth:

    Wat als... Mooi verhaal... Doet me denken aan een vergelijkbare tocht in de Dominicaanse Republiek waar we lange tijd een rivier opklommen om hem vervolgens als glijbaan naar beneden te gebruiken, met soms een vrije val van een paar meter... Wat als ik hier nu met mijn kop tegen een rots stoot of een been breek...?

  • 13 November 2019 - 13:17

    Ihssan:

    Wat een avontuur weer!!
    Maar risico's nemen vergroot jouw ervaring en deskundigheid. Jouw hele reizen is een risico en dat heb je genomen en je geniet volop van. Uit de jouw comfortzone blijven en genieten maar.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margon

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 383
Totaal aantal bezoekers 59856

Voorgaande reizen:

04 April 2021 - 04 April 2024

Margot en Margon op avontuur in Portugal

01 September 2018 - 15 Juli 2019

Margon in Azië

20 Augustus 2017 - 20 Augustus 2018

Een jaar in Shenzhen (China)

01 Juni 2006 - 12 Februari 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: