Tropisch Penghu - Reisverslag uit Penghu Dao, Taiwan van Margon Brink - WaarBenJij.nu Tropisch Penghu - Reisverslag uit Penghu Dao, Taiwan van Margon Brink - WaarBenJij.nu

Tropisch Penghu

Door: Margon

Blijf op de hoogte en volg Margon

03 November 2018 | Taiwan, Penghu Dao

Het is een klein uurtje vliegen van Taipei naar Penghu. Op het vliegveld bel ik nog even snel naar het hostel om te vragen of ik gebruik kan maken van de airport pickup bus. Ik bel met een ‘ouderwets’ publieke telefoon, zo eentje waar je geld in moet gooien.

Op Penghu word ik enthousiast ontvangen door Frank. Hij heeft nog wat eten op tafel staan en vraagt of ik al heb geluncht. Ik schuif direct aan. Dan nodigt hij me ook nog uit voor een beach cleaning party, maar hij gaat pas daar naartoe als het strand al schoon is gemaakt en gaat dus alleen voor het feestje. Ik wil eigenlijk eerst even door het dorp lopen.

Ik loop over het strand. Mensen gedragen zich hier zo anders dan in Nederland op het strand. Ze staan met hele groepen bij de branding te kijken. Een enkeling zit op het strand, maar niemand ligt te zonnebaden. Een enkeling kan zwemmen, de rest zwemt met zwembandjes of reddingsvesten aan. Ik wandel door het dorp. Er staan hier bijzondere gebouwen. Het lijken een soort van barbie huizen, zuurstok roze en knal paars. Van veraf lijken ze zelfs van plastic te zijn gemaakt. Er is niet veel in dit dorp. De 7/11 is best een eind lopen. Dit is even heel wat anders dan Taipei met een 7/11 op elke straathoek. Er rijden wel bussen, maar die gaan maar 1 keer per 53 minuten. Ik moet weer even wennen. Ik maak me nu alweer zorgen over wat ik morgen ga doen, maar zeg dan tegen mezelf ‘ga nou eens rustig aan doen en genieten van het moment’. Ik ga op een bankje zitten bij het strand naar mensen kijken en naar de golven luisteren. Het is al laat, denk ik, ik ga morgen wel zwemmen, maar dan spreekt het andere stemmetje en die zegt hoezo laat, het is 17:30, het is nog licht en je hebt vakantie dus ga gewoon nu zwemmen.
Ik ga me omkleden in het hostel en neem een verfrissende duik in zee.

Nadat ik me in het hostel heb gedoucht, ga ik op zoek naar een restaurant. Ik heb af en toe nog steeds moeite met het vinden van een restaurant. Ik wil ergens eten waar het een beetje rustig is en sfeervol. Ik loop twee rondjes door het dorp. Bij het BBQ restaurant is het te druk. Ik houd niet van vis, dus het seafood restaurant loop ik voorbij. Ik loop een tl verlichte zaak binnen, maar dat blijkt een ijswinkel te zijn. Uiteindelijk kom ik uit bij een ‘foodtruck’, een barbecue op wielen. Ze hebben naast vlees, ook groenten en dus bestel ik daar wat. Ik plof neer op een klein krukje en een houten haspel dient als tafel. Er komt country en western muziek uit de boxen en eigenlijk is het er best gezellig.

Penghu is groter dan ik dacht. Ik wilde een fiets huren, maar Frank zegt dat ik beter een scooter kan huren (van fietsen wordt je moe). Ik zeg dat ik geen scooter kan huren, want ik heb geen Taiwanees bewijs. (Buitenlandse toeristen kunnen hier geen scooters huren, want je hebt een speciaal bewijs nodig, dat kan alleen als je in Taiwan woont), maar Frank kent iemand die wel scooters verhuurt aan buitenlanders zonder bewijs.

De volgende dag is Frank er niet en ik ga zelf op zoek naar een scooter verhuurder, maar die kan ik niet vinden en ineens heb ik een dipje. Ik loop in de hitte en heb er ineens geen zin meer in om alles zelf uit te zoeken. Ik loop naar het hostel. Frank heeft een aantal helpers in dienst en ik vraag het aan een van de meiden in het hostel. Ze bellen Frank en daarna bellen ze de scooterverhuur en ik word opgehaald met een auto.

Of ik een Taiwanese bewijs heb? ‘Nee’. Een internationaal rijbewijs dan? ‘Nee, ook niet’. Als het niet mogelijk is dan huur ik wel een fiets. Meneer zegt ‘nee, dat is ver weg’. Ik laat op mijn gewone rijbewijs zien dat ik een rijbewijs heb voor de motor en dan mag ik toch een scooter meenemen. Ik moet toegeven dat dit de eerste scooter is die ik huur tijdens mijn reizen. Nog nooit eerder heb ik in het buitenland een scooter gehuurd. Ik rijd daarom ook erg voorzichtig weg met 40 km/h. Ik moet eerst even wennen.

Ik ga eerst naar Magong, de hoofdstad. Rijden in een grote onbekende stad vind ik nog enger. Ik leer al snel dat links afslaan hier anders gaat dan in Nederland. Hier rijdt je eerst naar de weg die van rechts komt en daar ga je staan wachten in een speciaal voorsorteervak voor scooters en dan wacht je daar tot de volgende stoplichten op groen springen om vervolgens over te steken.

Na de lunch probeer ik weer de stad uit te navigeren. Ik sta stil voor een rood licht en ik kijk snel op mijn telefoon. Dan hoor ik een klap en ik kijk op. Ik zie een busje aan de overkant van de weg en vanachter het busje zie ik een scooter en een persoon over straat schuiven. De chauffeur van het busje stopt en stapt uit en een paar mensen uit het huis aan de overkant komen er ook op af. Ik rijd verder, maar het beeld van de schuivende persoon over straat houd me nog wel even bezig. Ik denk, ‘laat ik maar niet meer terug gaan naar de grote stad, ik heb hier niets te zoeken’.

Buiten de stad rijdt het makkelijker. Ik scheur het hele eiland over. Drie eilanden zijn aan elkaar verbonden door bruggen. Als ik bij het uiterste puntje kom bij een vuurtoren. Krijg ik de buddyseat niet meer open. Ik loop te klungelen en heb geen idee hoe dat ding opengaat. Gelukkig zijn Taiwanezen heel hulpvaardig en een mevrouw komt me direct te hulp. Ik bedank haar, maar als ik een kwartier later weer hetzelfde probleem heb, denk ik ‘hoe deed ze dat nou?’

Penghu is een eilanden archipel met zo’n 90 eilanden (waarvan sommigen heel erg klein zijn). Er zijn twee andere eilanden waar je gemakkelijk naar toe kunt varen en die ik ook wel wil bezoeken, Wangan en Cimei. Om daar te komen, moet ik een kaartje kopen voor een boot en dat kaartje koop ik in Magong. Dus de volgende dag ben ik toch weer in de grote stad.

Daarna rijdt ik naar Lintou beach, een parel wit zandstrand en een prachtig blauwe zee. Heel anders dan het strand en de zee bij het hostel. Er ligt teveel koraal in de branding en ik durf op mijn blote voeten niet de zee in. Daarna rijd ik verder naar Longmen beach. Hier is helemaal niemand. De zee is kalm en er liggen alleen kleine stukjes koraal, schelpen en gepolijst glas. Hier zou ik wel kunnen zwemmen. Maar ik wil ook nog naar where-Mozes-split-the-red-sea, dit is een natuurlijk pad in zee, dat droogvalt bij eb. Ik heb geen idee of het eb of vloed is. Als ik aankom, mag ik nog net 10 minuten op het pad staan en dan wordt iedereen weggejaagd. De man die ons wegjaagt is behoorlijk opgejaagd en ik vraag me af of de zee echt zo snel zal gaan stijgen, maar dat is helemaal niet het geval. Ik wil blijven kijken tot het pad compleet verdwijnt in zee, maar het duurt me te lang en ik ga weer terug naar Longmen beach om te zwemmen.

Ik besluit om die avond zelf te koken in het hostel. Ik ga naar de supermarkt en haal noodles en groenten, maar als ik in het hostel kom is de keuken bezet. Frank is paella aan het maken, het is al laat en daardoor ben ik nog later, maar mijn prakje smaakt goed en ik hoef niet meer op zoek naar een restaurant.

De volgende ochtend ga ik naar de haven van Magong, althans dat denk ik. Blijk ik bij de verkeerde haven te staan. Ik rijd langs het water op zoek naar de andere haven, waar ik dan wel moet zijn. Ik zie het South tourist visitors center. Frank zei dat ik daar juist niet moest zijn, maar als ik er navraag waar de haven is, blijkt de boot die ik moet hebben toch daar te vertrekken. Het is een publieke boot en de boot vaart naar Wangan eiland, dan door naar Cimei eiland en daarna weer terug naar Wangan en Penghu. De boot vaart maar één keer per dag. Vandaag ga ik naar Wangan eiland. Op dit eiland vraagt niemand om een Taiwanees bewijs. Ik krijg gewoon een scooter mee. Met de eerste scooter is iets mis, het voorwiel is niet recht. Ik breng de scooter terug en krijg een andere mee.

Terwijl de boot naar Cimei vaart heb ik tijd om over het eiland te rijden. De boot komt op de terugreis weer langs Wangan en dus moet ik op tijd terug zijn. Het eiland is klein en de hoofdattracties zijn de ancient village en het schildpadden centrum. Ik ben ruim op tijd terug voor de boot.
Ik ben ook vroeg terug op Penghu en besluit om nog maar een rondje over het eiland te rijden. Ik zie dat ik moet gaan tanken, maar het eerste tankstation dat ik tegenkom is al dicht. Er staat dat er 10 kilometer verder nog een tankstation is, maar ook die blijkt dicht te zijn. Ik word zenuwachtig. Kan ik nog wel terug komen bij het hostel? Ik leg de zorgen over de halfvolle tank even naast me neer en ga naar Dream beach. Mensen zijn massaal foto’s aan het maken op het kleine strandje. Eén groepje heeft speciaal witte kleding aangetrokken voor de fotoshoot. Ik ga zelf even verderop zitten op de grote rotsblokken en maak foto’s van de uiteenspattende golven op de rotsen, met op de achtergrond de goudgele ondergaande zon. Ik ben zo geconcentreerd dat ik even alles om me heen vergeet.

Als de zon onder is en ik weer terug loop naar de scooter, komen de zenuwen direct weer terug. Hoe kom ik thuis. Ik blijf maar naar het tellertje kijken, al komt langzaam het gevoel tot me dat het helemaal goed gaat komen. Dat ik me helemaal niet zo zenuwachtig hoef te maken. Het wijzertje zakt ook helemaal niet snel naar beneden en als ik in het dorp terugkom, is het tankstation daar wel gewoon open. Hoe kan het toch dat ik altijd naar het negatieve stemmetje luister en bijna nooit vertrouw op het geruststellende stemmetje die zegt dat alles wel goed zal komen.

De volgende ochtend sta in om 7:15 bij de haven, met mijn lunch en 3 liter water. Ik had op internet gelezen dat er geen lekker eten op Cimei is en dat je dus zelf je lunch mee moet nemen. Ik ga met de toeristenboot naar Cimei. Ik heb een snorkeltocht geboekt, maar omdat ik niet ga snorkelen heb ik niet de volle prijs betaald. Alleen op die manier mag je met deze boot mee. De zee is behoorlijk ruig vandaag. De boot valt een paar keer vanaf een hoge golf terug in zee. Het geeft een grappig gevoel in mijn buik. Ik maak glimlachend video’s van het waterdruppels die op het raam terecht komen en die vervolgens als kleine slangetjes weg glijden. Bij andere mensen geeft de boottocht ook een gek gevoel in hun buik, zij hangen voorovergebogen boven een plastic zakje.

Op Cimei blijkt ook gewoon een convenience winkel te zijn. Het is bewolkt en er staat een harde wind, maar ik huur toch een scooter. Ik ken het eiland niet, maar ook dit is zo klein, dat verdwalen bijna niet kan. Door het slechte weer lijkt de kust op die van Ierland. De begroeiing is hier zo anders dan op Penghu. Er groeien bijna geen bomen, alleen gras en rotsplantjes en de kust bestaat uit steile rosten. Geiten lopen er los over straat. Het gaat regenen, ik doe mijn poncho aan. De wind en regen slaat in mijn gezicht, de poncho klappert aan alle kanten.

Ik rijd langs alle hoogtepunten van het eiland, al heb ik moeite om de leeuw in de ‘Lion rock’ te herkennen. Het enige dat ik hier wilde zien is de tweeling harten in zee. Deze hartvormige stenenrij dienden vroeger als natuurlijke fuik voor vissen, maar is nu vooral populair om foto’s van de maken. Als ik aankom bij de tweeling harten, is het nog niet volledig eb. Ik rijd verder door een dorpje waar prachtige kleurrijke muurschilderingen zijn aangebracht (een kunstlerares lijken ze hier niet nodig te hebben).

Ik begin aan mijn tweede rondje over het eiland en als ik weer bij de harten aankomen is het inmiddels eb. Ondanks het grijze weer kan ik toch een mooie foto maken van de harten.

Het slechte weer houd aan en de dag erna breng ik de mijn gehuurde scooter op Penghu terug in de stromende regen. Ze brengen me met de auto terug naar het hostel. Ik klets wat met de andere reizigers, ga twee keer uitwaaien op het strand en trek me terug op mijn bed achter het gordijntje. ’s Avonds gaan we hotpot eten in het hostel.

Het is mijn laatste dag op Penghu. Morgen vlieg ik naar Xi’an in China. Ik vond Taiwan een prachtig land en heb me af en toe afgevraagd of ik hier ook les zou kunnen geven en of ik hier zou willen wonen. Ik heb zelfs met twee Zuid-Afrikanen gesproken via Whatsapp die op Penghu werken als leraar en ze vertelden me dat de klassen ongeveer 30 kinderen hebben. Ik denk dat kleinere klassen beter bij mij zullen passen. Ik vond de natuur en de cultuur heel mooi in Taiwan. De mensen zijn hier vriendelijker en de toiletten zijn er veel schoner. Ik ga volgend jaar februari eens op zoek naar banen in Taiwan om te kijken wat mijn opties zijn.



  • 04 November 2018 - 09:19

    Liesbeth:

    Heb ik nog genoeg benzine?

    Herkenbaar...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margon

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 794
Totaal aantal bezoekers 56411

Voorgaande reizen:

04 April 2021 - 04 April 2024

Margot en Margon op avontuur in Portugal

01 September 2018 - 15 Juli 2019

Margon in Azië

20 Augustus 2017 - 20 Augustus 2018

Een jaar in Shenzhen (China)

01 Juni 2006 - 12 Februari 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: