Poesjes knuffelen en stront ruimen - Reisverslag uit Ōgimi, Japan van Margon Brink - WaarBenJij.nu Poesjes knuffelen en stront ruimen - Reisverslag uit Ōgimi, Japan van Margon Brink - WaarBenJij.nu

Poesjes knuffelen en stront ruimen

Door: Margon

Blijf op de hoogte en volg Margon

12 November 2019 | Japan, Ōgimi

Mijn drie maanden in Taiwan zitten erop, langer dan 90 dagen mocht ik niet blijven met mijn toeristen visum. De ticket naar het eiland Okinawa in Japan, heb ik al maanden geleden geboekt. Ik kom aan op Naha Airport om 19:00. Ik heb wat contant geld meegenomen uit Taiwan, voor het geval ik niet kan pinnen, maar gelukkig komt er wel geld uit de geldautomaat. Ik koop een kaartje voor de monorail naar mijn hostel. Alles gaat gesmeerd. Mijn hostel vind ik ook in één keer. De dame achter de balie is heel erg beleefd. Ze legt me de huisregels uit en geeft aan hoeveel de wasmachine kost. Ik antwoord met ´okay´ en ´yes´ en zij sluit elk antwoord van mij af met ‘thank you very much’. Ik had geen idee meer wat voor een kamer ik had geboekt. Bij de naam van het hotel, namelijk Abest Cube hotel, denk ik dat ik weer een ‘slaap capsule’ heb geboekt. Maar als ik mijn witte schone bezemkast met hoogslaper binnenloop, ben ik blij dat ik mezelf een cadeautje heb gegeven, in de vorm van een privé kamer.

Ik hang één dag de toerist uit in Naha. Ik wissel mijn geld bij een bank, want wisselkantoren hebben ze hier niet. En ik probeer een paar woorden in een nieuwe taal, ‘Konichiwa’ en ‘Arigato’ onder de knie te krijgen, al zeg ik een paar keer per ongeluk ‘Ni Hao’.

De volgende dag vertrek ik met het openbaar vervoer naar mijn nieuwe boerderij. Een melkveehouderij dit keer, ergens in het noorden van Okinawa. Ik heb allerlei schermprintjes gemaakt van de route en de bus nummers en de host heeft me de naam van de bushalte gegeven waar ik moet uitstappen. Met de monorail naar een station, daar een eindje lopen naar een bushalte. Ik heb geen idee hoe laat de bus komt, maar heb wel de naam van de bus en gelukkig hoef ik niet heel lang te wachten. Meteen leer ik dat je in deze bussen, eerst een nummertje trekt en bij aankomst pas betaald. Bij het instappen vraag ik voor de zekerheid of de bus naar Nago gaat. In mijn gedachten is Nago het eindstation. Er zitten nog meer toeristen in de bus. Bij de bushalte waar ik moet uitstappen, vergeet ik op de stopknop te drukken, omdat ik in de veronderstelling ben dat dit het eindstation moet zijn en de bus sowieso wel stopt. De buschauffeur stopt gelukkig wel en kijkt via zijn spiegel naar achteren, snel pak ik mijn tassen. Ik betaal en stap als enige uit. Ik loop vervolgens naar het busstation, kijk eerst waar en wanneer de volgende bus vertrekt. Ik heb nog 10 minuten. Snel ga ik naar het toilet en ik koop een nieuw flesje water en dan kan ik alweer instappen.

Bij aankomst wil ik betalen en ik stop een briefje van 1000 yen in een machine voor in de bus, in de veronderstelling dat hij het wisselgeld weer teruggeeft. Echter blijkt het een wisselmachine te zijn en wordt er 1000 yen aan wisselgeld weer uitgespuugd. De buschauffeur telt het juiste bedrag uit en ik verlaat de bus. Bij een convenience store bel ik de host en ze zegt dat ze er over 10 minuten is.

Een oudere vrouw komt me ophalen. Ik gooi mijn tassen achterin en ze stelt zich voor als Kate-mama. We rijden een heel eind terug, vanwaar ik net vandaan kwam en we slaan dan linksaf de heuvels in. Bij een houten huis parkeert ze de auto. Ik breng mijn tassen naar binnen, in een huis wat een beetje op een Finse berghut lijkt. Ze zegt dat ik mijn tas eerst hier moet laten liggen, want er is nog een vrijwilliger die 1 dag heeft geholpen en die vertrekt vanavond weer. Er loopt een glijbaan langs de muur van de eerste verdieping naar beneden, maar ik weet niet of die bedoelt is voor mensen.

Kate-mama, die eigenlijk Keiko heet, gaat de lunch bereiden en ik mag wel even de boerderij gaan verkennen. Buiten zie ik 3 kleine kittens lopen en ik ben meteen verkocht. Er komt een andere vrijwilliger op me af en hij stelt zich voor als Laurent uit België. Hij leidt me rond over de boerderij. Hij vertelt dat we ´s ochtend om 5:30 buiten moeten staan om de koeien te halen en dat we om 7:30 gaan ontbijten in het kantoortje in de stal. Ojee, denk ik, red ik dat wel, 2 uur werken zonder ontbijt? Hij laat me het werkschema zien, maar ik begrijp er in de eerste plaats niets van.

De lunch wordt geserveerd op een lage tafel en iedereen neemt plaats op een mat op de grond. Behendig vouw ik mijn benen in een kleermakerszit onder de tafel. Bij de lunch schuiven nog twee meiden aan. Het meisje uit Alaska is een militair die voor 3 maanden op Okinawa is gestationeerd. Op Okinawa zijn nogal wat Amerikaanse militaire bases te vinden. Ze heeft de andere vrijwilliger, Ellie, een dag meegeholpen op de boerderij. Ellie kondigt direct na mijn aankomst aan dat ze vrijdag vertrekt. Ze had gezegd dat ze twee weken zou blijven, maar vertrekt na 6 dagen gewerkt te hebben. Aan de eettafel zit ook de boer, aan de manier waarop hij praat en beweegt, merk ik dat hij ooit een hersenbloeding heeft gehad. Daarnaast zitten er tegenover mij 4 jongens van een jaar of 17. Ze zijn hier voor een uitwisseling van school. De jongens zijn erg stil, behalve de mollige jongen, die is de gehele tijd aan het woord, al reageert niemand op hem. Later hoor ik dat het ´special needs´ jongeren zijn. Ik dacht dat het iets Japans was om heel beleefd, heel stil te zijn tijdens het eten, maar een dag later kom ik erachter dat Japanse jongeren helemaal niet zo beleefd zijn.

De boer en boerin spreken we niet aan met de voornaam, maar we noemen ze Otousan (69) en Okasan (67), wat zoiets betekent als ‘beste vader’ en ‘beste moeder’. Al kost dat me ook een paar dagen voordat ik die namen onder de knie heb.

Okasan stelt die eerste dag voor dat de vrijwilligers wel naar de waterval in de buurt kunnen gaan. De meiden willen niet mee, maar Laurent wel. Okasan brengt ons weg met de auto, maar we moeten wel zelf teruglopen. En zo sta ik die eerste dag na de lunch met mijn voeten in een koude rivier en loop ik door een prachtige natuur naar een waterval. Het waadden door de rivier vind ik geweldig, af en toe klimmen we over de rotsen langs de rivier. Het water is niet diep. Als we van rechts een fijne nevel zien dwarrelen weten we dat we bij de waterval zijn aangekomen. We blijven niet lang, want we moeten om 15:00 weer aan het werk en het is ongeveer een uur terug lopen.

’S Middags trek ik snel mijn werkkleding uit mijn tas en help ik mee met het voeren van de koeien en het mest schuiven. Er hangt een schema aan de binnenkant van de deur van het kantoortje, met wat we moeten doen. Als we een klusje af hebben, zetten we op het raam een vinkje.

’s Avonds vertrekt het meisje uit Alaska en mag ik eindelijk mijn tassen naar boven brengen. Via een trap en een ladder, kom ik uit op een donker zolderkamertje. Echter hebben de kamers eronder geen plafond en is het misschien meer een soort van vide. Het heeft wel iets knussigs. De verlichting is heel erg zwak, maar een boek lezen op mijn E-reader kan altijd.

Het, 48-uur-ik-moet-even-aan-mijn-nieuwe-plekje-wennen, gevoel, blijft geheel uit dit keer. Ik voel me direct thuis. Al slaap ik de eerste 4 nachten heel erg slecht van geluidsoverlast van de logees.

De eerste dagen snap ik het schema nog niet helemaal, dus ik volg de rest maar gewoon. Het komt erop neer dat we de koeien eerst hooi geven te eten, daarna krijgen ze krachtvoer, daarna weer hooi en daarna weer krachtvoer. Alles gaat met de hand. Als Ellie op een gegeven moment zegt dat we nu even moeten wachten totdat de koeien hun hooi hebben opgegeten, voordat we het krachtvoer weer geven, denk ik bij mezelf, dit is toch niet zo heel hard werken, als je een pauze inlast terwijl je wacht op etende koeien. Maar als Ellie een paar dagen later is vertrokken en Ayano (de Japanse hulp) ook een dagje vrij heeft, merk ik toch dat het werk wel aardig intensief is. Want naast het voeren van de koeien, moeten ook het jongvee, de konijnen, de kippen en Hannah, het wilde zwijn gevoerd worden. We moeten mest schuiven en krachtvoer mengen.

De volgende ochtend om 5:20 schrik ik wakker van Ellie. Op mijn wekker is het echter nog maar 4:20. (Oeps, ik ben vergeten de tijd aan te passen.) Om 5:30 lopen we naar het weiland, waar we in het pikkedonker 16 koeien moeten gaan halen. Het blijkt niet één weiland te zijn, maar drie percelen die aan elkaar gekoppeld zitten. Ik word eropuit gestuurd om te gaan kijken of er nog meer koeien in het andere weiland lopen. Ik schijn met mijn zaklantaarn over het veld maar zie niets. Niemand heeft me verteld dat er nog een derde perceel is en waar de ingang van het derde perceel is. Als ik later nog een keer terugloop, komen er twee gedaantes op me afgelopen.

Bij het ontbijt zie ik dat ze kaas hebben. Op de verpakking staat Gouda cheese, maar ik kan er niet uit opmaken dat deze Gouda kaas uit Nederland komt. Het geroosterde broodjes met gesmolten kaas smaken me elke ochtend echter uitstekend.

Het krachtvoer voor de dieren moeten we twee keer per dag zelf gaan mengen. 19 emmers rijstmeel, vitamines en mineralen en een grote emmer met een rest product van tofu, worden in een mengmachine gegooid. Dit alles wordt dan vervolgens gemengd en in een grote kar gestort. Tussen 10:00 en 11:00 zijn we klaar met werken. Althans met datgene wat er op het schema staat.

Naast het feit dat Otousan en Okasan een boerderij hebben, hebben ze ook een bed en breakfast en verzorgen ze workshops voor scholen en gezinnen. De schoolkinderen en gezinnen komen hier melken en boter maken. Toen er op een ochtend 42 kinderen op de stoep stonden, werd ik geacht om te assisteren bij het boter maken. Dat wil zeggen, ik mocht de bekers, lepels en broodjes uitdelen. Daarnaast hebben ze dus regelmatig studenten over de vloer. Wat ze eigenlijk hier doen, weet ik niet, want werken doen ze niet.

Nadat de stille jongeren zijn vertrokken, komt er diezelfde dag een ander groepje van vier 17 jarigen, twee nachten logeren. En deze jongeren zijn niet zo stil. Ze liggen in bed te gamen en omdat hun slaapkamer geen plafond heeft, komt alle licht en geluid naar ons zolderkamertje (Ellie is er dan nog steeds). Ellie vraagt aan mij om 22:00 of ik aan de jongens wil vragen of ze stil kunnen zijn. Ik lig nu eenmaal aan hun kant. Ze dempen wel direct het geluid van hun telefoon, maar laten het licht aan en fluisteren nog twee uur door. Als er om 0:15 een telefoon rinkelt, heb ik het helemaal gehad. Ik vraag of ze alsjeblieft stil willen zijn en of het licht uit kan. Ze blijven zich verontschuldigen, maar doen niet direct het licht uit. Ik blijf commanderen dat ze het licht uit moeten doen en als het uiteindelijk uitgaat, bedank ik ze.

De volgende ochtend komen ze hun verontschuldigingen aanbieden met een buiging. Al geloof ik er geen woord van. De gehele dag zeggen ze dat ze zo slaperig zijn, maar ’s avonds liggen ze weer te fluisteren tot 1:00. Dan vraag ik weer of ze stil willen zijn. Als reactie daarop begint er één te snurken. Ik ben blij als ze de volgende dag vertrekken.

We werken hier 4 uur in de ochtend en nog twee uur in de middag tussen 15:00 en 17:00. Veel tijd om de omgeving te verkennen heb ik daardoor niet. Misschien dat ik nog een keer terug kan gaan naar de waterval en met de fiets is de convenience store net te bereiken in de tijd na de lunch. We worden geacht om eerst 7 dagen te werken voordat we een dag vrij hebben.

Dit is wel even wat anders dan op mijn laatste adres in Taiwan, waarbij ik elke middag in principe overal naartoe kon reizen met de scooter. Op deze manier geef ik in ieder geval minder geld uit en het voelt als dankbaar werk om deze familie te kunnen helpen. De sfeer aan de eettafel en op de boerderij is uitstekend. We hebben ontdekt dat Okasan en ik op dezelfde dag jarig zijn en als er op een dag, drie keer een koe uitbreekt en ik samen met Laurent de afrastering repareer, geeft ze me een schouderklopje en zegt ze “als boerendochter weet jij wel hoe dat werkt”.

Op dag 4 neemt Otousan ons in de middag mee naar een pottenbakkerij en naar een voorstelling met Okinawan liederen. Als ik daar op een stoel zit te luisteren naar prachtige stemmen, vallen mijn ogen bijna dicht van de vermoeidheid. ’s Avonds pas ik mijn bed wat aan, ik pak een ander kussen en leg het aan de andere kant op het bed, zodat ik geen muizen meer langs mijn hoofd hoor trippelen. Eindelijk slaap ik een gehele nacht door.

  • 13 November 2019 - 13:36

    Ihssan:

    Wat betekent Ni Hao dan?
    En het is hard werken dit keer.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margon

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 253
Totaal aantal bezoekers 56480

Voorgaande reizen:

04 April 2021 - 04 April 2024

Margot en Margon op avontuur in Portugal

01 September 2018 - 15 Juli 2019

Margon in Azië

20 Augustus 2017 - 20 Augustus 2018

Een jaar in Shenzhen (China)

01 Juni 2006 - 12 Februari 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: