Let´s go rescue - Reisverslag uit Ōgimi, Japan van Margon Brink - WaarBenJij.nu Let´s go rescue - Reisverslag uit Ōgimi, Japan van Margon Brink - WaarBenJij.nu

Let´s go rescue

Door: Margon

Blijf op de hoogte en volg Margon

25 November 2019 | Japan, Ōgimi

Het is pikkedonker en ik slof op mijn te grote laarzen door het weiland op zoek naar twee vermiste koeien. Het zijn twee bruine koeien die niet mee terug gekomen zijn naar de stal vanochtend. Je zou toch denken dat hun lichtbruine kleur wel zal oplichten in het schijnsel van mijn zaklantaarn, maar ik ben al in het derde weiland aangekomen, waar de graspluimen twee meter hoog reiken. Ik loop een rondje door het weiland, omdat ik door het hoge gras niet het gehele weiland kan overzien. Ik roep een paar keer ´koi koi koi kooooi´ (Een Japanse koeien-lokroep), maar ze laten zich niet zien. Ik zeg "Aaah, daar zijn jullie" tegen een paar wiegende taro bladeren in de wind.

Op het moment dat ik het opgeef, hoor ik wat geritsel achter mij. Haar gele oornummers lichten op in het licht van mijn zaklantaarn. De tweede koe staat zich in de uiterste hoek te verschuilen achter een graspluim, herkauwend op een grassprietjes. In haar ogen zie ik pretlichtjes van vreugde, omdat ze als laatste is gevonden in het spelletje ‘verstoppertje spelen’, maar het zou ook de weerspiegeling van mijn lampje kunnen zijn.

Op een boerderij is geen dag hetzelfde. Soms gebeuren er leuke dingen en soms minder leuke dingen, maar saai is het niet te noemen. De honden en de katten toveren elke dag een glimlach op mijn gezicht. Honden die soms denken dat ze katten zijn en andersom, ik heb nog nooit zo´n samenhorig gezelschap gezien van honden en katten bij elkaar. Elke dag praat ik even tegen het knorrige oude varken. Dat er zo’n hiërarchie tussen koeien bestaat, heb ik nooit geweten. Ik schreeuw tegen de koppige koeien dat ze moeten oprotten en de bange koe die wordt verstoten door alle anderen, spreek ik liefkozend toe en geef ik zonder dat de anderen het zien, apart wat te eten.

De koppige koe

Op dag drie, als Laurent en ik willen beginnen met het voeren van de koeien om 15:00, staat er een koe te smikkelen van het krachtvoer. Uitgebroken, is onze conclusie, dus we sturen haar terug naar het weiland. Nog geen 5 minuten later staat ze weer voor onze neus.
Laurent en ik zoeken naar de plek waar ze vandaan zou kunnen zijn gekomen. Laurent denk ergens onderaan de heuvel en met een lange plastic pijp maakt hij een noodoplossing. We blijven een tijdje kijken waar de koe naartoe gaat, maar als we haar aankijken verroert ze geen poot.

Wij gaan aan het werk, maar van die plastic pijp trekt de koe zich niets aan, want we hebben ons nog niet omgedraaid, of ze staat er al weer. Hoe doet dat beest dat zo snel? We brengen haar weer terug. Als ik even in het kantoortje zit, hoor ik een geluid en zie ik de koe alweer aan komen lopen, nu weten we zeker waar ze vandaan komt. Voor straf sluiten we haar op achter het hek en repareren we de afrastering met een touw en proberen we het ijzerdraad terug te vlechten rondom het touw. Als we vervolgens de koe vrijlaten en naar haar kijken hoe ze zal reageren op de nieuwe afrastering, rent ze er als een haas vandoor naar de kudde.

De volgende ochtend staat ze in haar eentje in de omheinde binnenplaats. Blijkbaar is ze de avond ervoor weer uitgebroken en heeft iemand anders haar opgesloten. We controleren het touw, maar uit niets blijkt dat ze koe hierlangs is gekomen. Als ze later in de ochtend weer voor onze neus staat. Slepen Laurent en ik twee houten pallets naar beneden en zetten die tegen de kapotte afrastering aan.

Op maandag staat de koe weer op de oprit. Gelukkig heeft Otousan besloten om die dag de afrastering te repareren met behulp van de bedrijfshulp.

De vermiste koe

Op een zaterdag halen we, zoals elke dag, 16 koeien uit het land. Voor het ontbijt gaan er 6 droge koeien terug naar het weiland en dan vraagt Laurent ineens, “zijn we vanochtend een koe vergeten?” Ik zeg “nee, we hadden er 16”. Hij zegt, “maar waarom staat er dan een koe in het weiland?” “Ik heb geen idee,” zeg ik, “maak maar een foto van haar oornummer, dan laten we die aan Otousan zien”. Als hij terugkomt zegt hij dat de koe er niet goed uitziet, er zitten allemaal vliegen op haar lijf en ze haalt moeizaam adem. “Waarschijnlijk moet ze bevallen,” is de conclusie van Otousan. Blijkbaar had de koe zich de voorgaande dagen verstopt in het bos. Maar als Otousan ’s middags gaat kijken, is de koe dood.

Een paar dagen later zijn we weer een koe kwijt. Ik kan haar in het donker niet vinden. Laurent gaat net voor zonsopkomst nog eens zoeken en komt ook met lege handen terug. Dan gaat Otousan zoeken als het licht genoeg is en gelukkig heeft hij haar gevonden, ergens in het hoge gras. Hij zegt dat deze koe ook een kalf draagt en dat hij haar vanaf vandaag niet meer gaat melken, maar droog zal zetten. Echter steken er een half uur later al twee voorpoten en een kopje uit haar achterste en binnen een paar minuten ligt er een heel klein bruin kalfje op de grond. (Otousan was vergeten hoe lang de moeder al drachtig was).

Het kalfje is erg zwak. Ze kan haar kop niet eens zelf optillen. We moeten haar voeren en warm wrijven. Ze overleeft wel de eerste nacht en ik denk te horen dat ze de volgende ochtend wat krachtiger om haar moeder roept. Tijdens het voeren lijkt ze niet echt te drinken, de honden likken het meeste melk van haar snoetje af. Laurent en ik kijken vertederd toe, terwijl Ayano haar de fles geeft. Ik hoop zo dat ze het overleefd, maar eigenlijk weet ik diep vanbinnen dat ze te zwak is. Halverwege de ochtend overlijdt ze.

Natte voeten

Er is weer eens een tyfoon in de buurt en nu heb ik al heel wat tropische regenbuien gezien, maar koeien voeren in een regenbui heb ik nog niet gedaan. Meestal zat ik met de ergste hoosbuien ergens droog binnen of onder een afdakje. Maar die koeien willen graag op tijd hun eten krijgen en dus trek ik een regenjas aan over mijn kleren en loop naar buiten. Die regenjas houdt ergens op net boven mijn laarzen en, heel vreemd, spoelt al het water van mijn jas af, mijn laarzen in. Klotsend en soppend loop ik de hele van de middag nog rond met laarzen vol met water. Alles is vochtig en nat, maar dat is het wel vaker als het regent. De tyfoon stuwt eerst warme vochtige lucht vooruit, maar twee nachten daarna lig ik een beetje te bibberen in bed, door de koude lucht die erachteraan komt. Als ik besluit om een derde nacht geen kou te lijden en ik een trui wil aantrekken, merk ik echter dat het helemaal niet meer koud is in de slaapkamer en lig ik de hele nacht te zweten in bed.

Let’s go rescue

Op een regenachtige middag komt Otousan langsgelopen en zegt dat er weer een kalfje is geboren. Hij overhandigt mij een rode poncho die aan alle kanten kapot is. Ik zeg dat ik toch liever die ‘lange’ regenjas weer aan doe. Ayano gaat in de laadbak op het bedje van hooi zitten en ik neem plaats naast Otousan in de auto. Met zijn langzame manier van praten en zijn krakerige stem, zegt hij: “Let’s go rescue”. Glimlachend kijk ik opzij naar die kleine man in zijn rode poncho. Met zijn ‘reddingscape’ aan, om een pasgeboren kalf te gaan ‘redden’.

We rijden over de weg naar het derde perceel. Via een grindpaadje komen we in een veld met die hoge graspluimen. We rijden door tot aan de bosrand. Daar staat ze dan, een trotse moeder koe met een prachtig kalfje met een witte bles. Het is echt een prachtig plaatje, van een moeder koe die haar kalf in het bos ter wereld heeft gebracht. Het stel kijkt ons nietszeggend aan, totdat Otousan het kalf wil pakken, die vervolgens weg wil rennen. Hij zegt dat ik het kalf moet dragen. Voor hem is dat, met zijn versleten rug, waarschijnlijk te zwaar. Ik til het kalf op en breng het naar de laadbak van de auto. De moeder komt loeiend achter ons aan. Otousan zegt dat ik bij het kalf in de laadbak moet gaan zitten en dat ik het moet vasthouden.

Hij wil de moeder met een stuk touw aan haar neusring vastmaken aan de auto. De eerste poging om het dier bij de neusring te pakken mislukt. Hij is druk in de weer met het touw. Het kalf is nog vrij rustig en ik steek mijn hand uit, zeg vriendelijk ‘hallo’ tegen de moeder, waarop ze een stap dichterbij zet en ik haar neusring kan grijpen. Otousan zegt dat ik het kalf moet vasthouden. Ik zeg, “ach ja, ik dacht ik pak haar maar vast beet” (multitasken heet dat). Het dier wordt vastgemaakt aan de laadbak en blaast letterlijk wat stoom af in mijn gezicht. Al snel rukt ze het touw los van de auto en Ayano loopt daarna met haar mee naar huis. Het kalf dat eerst rustig voor mij lag, ligt inmiddels, na een klein gevecht, verstrengeld tussen mijn benen. Hij wilde uit de laadbak springen, maar gelukkig was ik net iets sterker.

Bij thuiskomst zetten we hem bij twee andere kalveren in het hok en zien we tot onze verbazing dat het kalf net zo groot is als zijn neefje en nichtje, die een paar weken ouder zijn. Wat een verschil in lichaamsbouw en temperament heeft dit kalf ten opzichte van dat zwakke bruine kalfje.

  • 29 November 2019 - 13:29

    Liesbeth :

    Wat een prachtig verhaal weer over moeder natuur... Maar hoe zit het nu met koe nummer 17? Was die van een andere boerderij?

  • 02 December 2019 - 03:29

    Margon Brink:

    Nee, die was toch van ons, maar ik weet niet waarom we de eerste dagen maar 16 koeien uit het land moesten halen

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margon

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 199
Totaal aantal bezoekers 56474

Voorgaande reizen:

04 April 2021 - 04 April 2024

Margot en Margon op avontuur in Portugal

01 September 2018 - 15 Juli 2019

Margon in Azië

20 Augustus 2017 - 20 Augustus 2018

Een jaar in Shenzhen (China)

01 Juni 2006 - 12 Februari 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: