Een nieuw avontuur - Reisverslag uit Douliu, Taiwan van Margon Brink - WaarBenJij.nu Een nieuw avontuur - Reisverslag uit Douliu, Taiwan van Margon Brink - WaarBenJij.nu

Een nieuw avontuur

Door: Margon

Blijf op de hoogte en volg Margon

14 Augustus 2019 | Taiwan, Douliu

Na twee nachten in Kaohsiung, vertrek ik op een zaterdagochtend naar het treinstation waar ik een treinkaartje naar Douliu koop. Op weg naar een nieuw avontuur. Ik heb de eigenaar van de yogaschool een email gestuurd dat ik eraan kom en gelukkig krijg ik nog een mail terug, waarin staat dat ze me komen ophalen van het station, dan hoef ik geen bus te pakken. Of ik nog wel even wil laten weten hoe laat ik dan aankom.
In Taiwan heb ik geen SIM kaart aangeschaft, ik wil namelijk afkicken van mijn telefoon verslaving en door alleen gebruik te maken van WiFi, lijkt mij dit een goede eerste stap. Vanuit een winkel, waar ik inlog op de WiFi, verstuur ik nog snel een e-mail dat ik net voor 14:00 aankom op het station. Of dit bericht nog op tijd wordt gelezen weet ik niet.

Aangekomen in Douliu, zie ik niemand enthousiast op me af lopen, maar ik zie wel een ‘ouderwetse’ telefoon waar ik een muntje in kan werpen en dus bel ik voor de zekerheid nog even naar Nono, de eigenaar van de yogaschool. Hij verteld me dat zijn moeder onderweg is om me op te halen.

Ik ga buiten zitten wachten in een vaal zonnetje. Na 10 minuten komt er een auto aan, waar een vrouw achter het stuur zit die naar mij wijst. Ik wijs voor de zekerheid naar mezelf (als in, bedoel je mij?) en doe mijn tas weer op mijn rug. Een meisje komt enthousiast op me afgelopen en pakt mijn koffer aan. We leggen alles achterin de auto. Ik stel me voor en vraag naar hun namen. Het meisje heet Alien en komt uit de Filipijnen en helpt Sakura (de moeder van Nono) met het verzorgen van haar man.

De yogaschool en boerderij waar ik verblijf, zijn 8 kilometer bij Douliu vandaan. Ik kom aan bij een golfplaten schuur, waar in het voorste gedeelte matten op de grond liggen en waar een stuk of 14 kinderen rondspringen (zomerkamp), er springt ook een Duits meisje (Charly) mee, ik zeg haar snel gedag. Alien laat me mijn kamer zien en er ligt een meisje op het andere bed te slapen. Ik deel de kamer met een Pools meisje, die ik eerst maar even laat slapen.

Alien laat mij het huis zien. Aan de ruimte met de matten, zit een keuken van 10 bij 10 meter vast. Een keuken met een betonnen vloer, blauwe muren en een systeem plafond. De keuken staat vol met keukenapparatuur, 3 ovens, 4 rijstkokers, een popcorn machine, koelkast, 2 wasmachines, een tafel, een soort van aanrecht met twee wasbakken. In de gang zitten meerdere deuren, met daarachter verschillende slaapkamers. Achterin de schuur zijn de toiletten en de douches. Achter het huis staan nog een paar gebouwen. Alien zegt snel dat er geiten en eenden zijn. Als ik later nog eens buiten ga kijken, zie ik geen tuinen met groenten en fruit, een echte boerderij lijkt me dit niet.

Ik ga op een stoel bij de springende kinderen zitten en Nono stelt zich aan mij voor. Ik drink een glas water en mijn enkels beginnen gelijk te jeuken. Sakura vertelt me dat er veel muggen zitten en dat ik het beste sokken en lange mouwen kan dragen. Ik zie echter geen enkele mug vliegen, maar merk al snel dat het die minuscule zwarte vliegjes zijn, die ik vorig jaar ook al was tegengekomen in Taiwan. Dat gaat vervelend worden de komende tijd, want die beestjes zijn bijna onzichtbaar, maar hebben wel ‘scherpe tandjes’. Het Poolse meisje komt zich voorstellen, ze heet Kate en daarnaast is er nog een Indische man, die Deev heet. Deev is yoga leraar en heeft kennis van permacultuur.

Die middag blijf ik op de stoel zitten kijken naar de springende en lawaaierige kinderen en loop ik af en toe naar mijn slaapkamer, niet wetende wat ik anders moet doen. Ik voel me ongemakkelijk in deze nieuwe omgeving. Ik kijk een paar keer op mijn telefoon, om te kijken of er Wifi is, maar dat is er niet. Ik wil ook niet direct vragen naar het internet, dat lijkt me een beetje onbeschoft. De andere vrijwilligers gaan koken, zelfs Kate, die slechts een dag eerder dan mij is aangekomen, lijkt al helemaal bij dit huishouden te horen. Ik word erop uitgestuurd om citroengras te gaan plukken. Ik loop tot twee keer toe de tuin in, maar kan het niet vinden. Ik pluk wat grassen en ruik eraan, maar ik ruik geen citroengras. Ik wil graag meehelpen, maar voel me een beetje dom, omdat ik het niet kan vinden als tropisch landbouwer. Ik haal Deev erbij, die gelukkig ook niet in een keer op het juiste gras afloopt.

’s Avonds heb ik eindelijk de moed om te vragen naar de WiFi, want ik had een WiFi wachtwoord zien hangen op de koelkastdeur. Maar als ik vervolgens zie dat Alien de persoonlijke hotspot op haar telefoon inschakelt, durf ik daar niet teveel gebruik van te maken, want dit gaat haar misschien wel geld kosten.

De schuur heeft geen airconditioning, maar het huis staat vol met ventilatoren. Die nachtslaap ik slecht. Een blazende ventilator in mijn oor, het gekwetter en gekwaak van kikkers, krekels en andere beesten houden me uit mijn slaap. Daarnaast slaan de honden ‘s nachts regelmatig aan.

De volgende dag voel ik me nog ongemakkelijker. We hebben afgesproken dat we om 6 uur gaan opstaan met z’n allen, een deel van de mensen zou beginnen met de voorbereidingen voor het ontbijt en Nono zou een eindje gaan wandelen met de kinderen. Ik zit om 6:10 netjes in de kamer met een al rammelende maag en alleen Nono zit op de matten yoga oefeningen te doen. De rest komt pas rond 7 uur aanlopen. Ik ga mee met de wandeling, die erg kort is. De kinderen moeten op commando rondjes rennen. Als het gaat regenen lopen we weer terug, maar het ontbijt is nog niet klaar. Ik ben misselijk en mijn humeur gaat snel omlaag, normaal gesproken moet ik direct na het opstaan eten hebben en omdat ik me nu wil aanpassen aan dit nieuwe huishouden blijf ik rustig wachten op mijn beurt (na de kinderen) om een sandwich in elkaar te flansen. Het eten smaakt me ook voor geen meter. Na het ontbijt ga ik weer op bed liggen en ik val in slaap. Het was de bedoeling dat ik om 10:30 zou helpen met het snijden van de groenten voor de pizza, maar als ik om 11:00 de keuken in kom, ben ik al te laat. Alien vraagt of ik me wel goed voel, ik zeg “nee”, ik leg uit dat ik vanochtend zo’n trek had en vraag of ik in het vervolg zelf wat brood mag pakken als ik daar zin in heb. Dat mag gelukkig.

Ik trek me regelmatig terug in mijn kamer en check toch steeds de WiFi. Ik wil zo graag mijn verhaal kwijt aan mensen die ik ken. Ik grijp steeds naar de telefoon, omdat dat een vertrouwd apparaat is geworden. Uiteindelijk besluit ik twee dagen later dat ik me erbij neer moet leggen, dat er geen Wifi is. Ik verstop mijn telefoon in mijn koffer en gebruik mijn andere telefoon als wekker. Met de telefoon uit het zicht kom ik hopelijk snel van mijn telefoon verslaving af.

De kinderen mogen zelf pizza maken, die vervolgens wordt gebakken in de pizza oven buiten. Ik wacht mij beurt weer af en heb alweer trek. Ik voel me zo verloren tijdens de eerste anderhalve dag en absoluut niet thuis hier in deze nieuwe omgeving. Ik weet dat dit mijn eigen keuze is geweest, maar ik weet niet wat ik moet doen als vrijwilliger. Moet ik afwachten of moet ik direct vragen gaan stellen? Misschien is het ook heel logisch dat ik me niet thuis voel, dit is immers niet mijn thuis. Het is een kwestie van wennen en aanpassen. Als ik Deev vraag over de permacultuur workshop, zegt hij dat er geen workshop gepland staat, alleen een yoga retreat. Na de pizza ga ik kleding wassen en trek me weer terug in mijn kamer. 14 kinderen die de beschikking hebben over trommels, gitaren en andere muziekinstrumenten, maken meer lawaai dan 50 kinderen in een Chinees klaslokaal. Ik vraag aan Nono of ik nog iets moet gaan doen vandaag of dat ik mag gaan wandelen. Hij zegt dat ik wel mag gaan wandelen. Ik moet gewoon even weg uit dit huis, weg van de lawaaierige kinderen. Ik wandel naar de waterdam waar ze me over verteld hebben. Als ik terug kom zijn de kinderen naar huis.

’s Avonds hebben we een bijeenkomst, we gaan bespreken wat we de komende dagen gaan doen. Ik ben hier immers om te werken. Als we met zijn vijven rond de tafel zitten neemt, tot mijn verbazing, niet Nono, maar Deev het woord. Hij verteld wat er moet gebeuren. De bedoeling is dat het terrein rondom het huis schoongemaakt gaat worden. Ik had al gezien dat overal afval ligt, het is de bedoeling dat alle afval opgeruimd gaat worden en Deev geeft Nono de opdracht om de vuilniswagen te bellen die het afval later deze week komt ophalen.

Langzaamaan worden me dingen duidelijk. Deev is medeoprichter van de yoga school, maar is hier al in geen vier jaar geweest. Nono die zich nergens verantwoordelijk voor lijkt te voelen, heeft de boel een beetje laten verslonzen. Deev zegt dat de familie niet de capaciteit heeft om de boel te onderhouden (dat klopt ook), maar volgens mij mist er ook een stukje verantwoordelijks gevoel. Zo hoor ik van Charly, dat Nono 10 eendenkuikens heeft aangeschaft. Hij heeft ze in een klein hok gestopt, waar ze in hun eigen uitwerpselen lopen. Inmiddels heeft Charly er al vier begraven. Het hok is te klein en te vies en Nono kijkt er niet naar om. Deev blijkt de redder in nood te zijn, hij gaat een hok bouwen van pallets, resten hout en gaas uit de tuin.

Op maandagochtend is het zover. We brengen eerst de geiten naar een stukje wildernis achter in de tuin. Deev en Charly gaan het eenden hok bouwen en Kate en ik gaan aan de zijkant van het gebouw opruimen. Er liggen hier stapels hout, het rotte hout moet van het nog redelijk goede hout worden gescheiden. Ik voel me goed deze ochtend, maar doordat ik net voor de lunch alweer trek krijg, voel ik me na de lunch weer heel erg moe en ga ik weer slapen. Het regent toch buiten.

’s Avonds ga ik alleen de geiten naar hun hok terug brengen. Ik denk dat het handig is om er een aantal tegelijk mee te nemen, maar als ik er twee loslaat in het hok, rennen ze er via een andere opening direct weer uit (heb ik weer). Ik snap de houten constructie van pallets blijkbaar niet helemaal. Ik probeer eerst de derde geit het hok in te krijgen, terwijl Alien de andere twee opjaagt. Ook de derde ontsnapt. Uiteindelijk weet ik er twee van de weg af te plukken, gelukkig loopt de derde ook mee terug. De vierde geit haal ik later nog op. Gelukkig ben ik niet de enige die zo klunzig is met de pallet als deur. De volgende dag ontsnappen de geiten weer, nadat Kate het hok op de verkeerde manier heeft afgesloten.

Dinsdag voel ik me voor het eerst helemaal goed. Ik weet nu dat ik zelf eten mag pakken uit de koelkast als ik trek krijg. Terwijl Deev graag gezamenlijk wil eten, eet ik liever alleen en op momenten dat ik trek heb. Ik wil best twee keer ontbijten, als ik maar direct iets kan eten als ik opsta. Dinsdag zit ik als eerste aan de ontbijttafel en de rest schuift later één voor één aan. Ik heb eindelijk het gevoel dat ik goed gevuld aan het werk kan, zonder eerst een dutje te hoeven doen. De dagelijkse bezigheden zijn nu ook duidelijker, de geiten moeten elke dag naar het stukje wildernis, om het kaal te vreten, de eenden moeten dagelijks gevoerd worden en schoonwater krijgen in hun nieuwe hok. Maar we beginnen op dinsdag eerst met de keuken, want het regent buiten. Kate en ik willen wat orde scheppen in de overvolle keuken (in opdracht van Deev natuurlijk), maar van Sakura mogen alleen de wasmachines (die niet meer gebruikt worden) weg. Al het andere wat we tegenkomen moet blijven. Ik kom nog eens twee rijstkokers tegen. Ik vraag of ze stuk zijn, maar ik begrijp dat ik ze niet weg mag doen. Overal komen glazen potten tevoorschijn, die ook niet weg mogen. Sakura is een verzamelaar en wil alles houden. Het is misschien ook wel vreemd voor haar, dat er ineens vreemden haar keuken overhoop halen. Dus proberen wij er een handiger plekje voor te vinden.

’s Middags help ik Deev met het gereedmaken van het eenden verblijf. Er is weer een kuikentje dood. Er zijn er nog vier in leven waarvan eentje er heel slecht uitziet. We brengen de kuikens naar hun nieuwe verblijf. Deev geeft ze een wasbeurt om de uitwerpselen ervan af te wassen. Als ik twee uur later weer kijk, lopen er drie eendjes fier rechtop, met droge pluizige donsveertjes. Het vierde kuikentje is nog steeds nat en zwak en ik ben bang dat ze het niet overleefd. Ik begraaf die dag drie kuikens (twee lagen dood in een doos en ik kom er nog één tegen in de tuin, die vermoedelijk is opgegraven door één van de honden) en ik ben bang dat ik er morgen nog één kan gaan begraven.

Na de lastige start van de eerste anderhalve dag, waarin ik me zo verloren voelde, heb ik nu het gevoel dat ik dit de komende weken heel leuk ga vinden. Met een dagelijks ritme van het verplaatsen van de geiten en het voeren van de eenden en daarnaast het opruimen van het terrein, weet ik in ieder geval mezelf te vermaken. En kan ik lekker elke dag in de buitenlucht zijn.

Op woensdag en donderdag is Nono afwezig en heeft hij aangegeven dat we niet hoeven te werken. Ik heb vanochtend wel gewerkt, maar ben vanmiddag naar het stadje gefietst, om gebruik te maken van WiFi in een gezellig thee huisje. Dat ik de komende vier weken geen WiFi op de boerderij heb, daar kan ik wel mee leven, op deze manier kom ik wel van mijn telefoonverslaving af.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margon

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 209
Totaal aantal bezoekers 56407

Voorgaande reizen:

04 April 2021 - 04 April 2024

Margot en Margon op avontuur in Portugal

01 September 2018 - 15 Juli 2019

Margon in Azië

20 Augustus 2017 - 20 Augustus 2018

Een jaar in Shenzhen (China)

01 Juni 2006 - 12 Februari 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: