Frisjes op het MacLehose trail
Door: Margon
Blijf op de hoogte en volg Margon
07 Maart 2019 | Hong Kong, Hong Kong
Ik ben naar Hong Kong gereisd om weer te gaan wandelen op het MacLehose trail. Ik heb het hostel al een paar weken eerder geboekt, maar de zaterdag voor vertrek check ik pas welke secties ik wil gaan bewandelen en welke bussen ik daar naartoe kan nemen. Als ik de afstanden van de secties bekijk, denk ik dat ik sectie 5, 6 en 7 wel op één dag kan lopen. De vorige keer was ik op ¼ deel van sectie 5 gestopt. Als het goed is, moet ik nog 7,7 kilometer lopen om bij sectie 6 te komen. Sectie 6 en 7 zijn samen 11 kilometer en ik denk bij mezelf, dat moet te doen zijn.
Het was warm in Shenzhen en ik heb geen jas meegenomen, maar in Hong Kong is het fris. Ik koop een trui in de opruiming op de eerste dag. Ik heb in het hostel voor een vrouwenslaapzaal gekozen, maar heb daar de eerste nacht al spijt van, als om de één of andere vreemde reden de airconditioning wordt aangezet op de blaasstand. Ik heb mijn oordoppen in, maar hoor het geblaas erdoorheen en tevens slaap ik altijd slecht met oordoppen in. Om 6 uur ’s ochtends wordt de airco uitgezet en ik heb geen idee waarom dat het juiste tijdstip is om een airco uit te zetten. Mijn wekker gaat om 6:45, zodat ik om 7:00 mijn ontbijt kan halen.
Bij de 7/11 sla ik eten en water in en loop naar de metro. Vanaf metro station Wong Tai Sin volg ik de route naar Shatin road, om deze in zijn geheel te volgen naar de top, totdat ik iets herken van de wandelroute. Het is 18 graden, ietsje fris, maar ik begin al snel te zweten en die wintertrui is toch iets te warm. Ik trek hem uit en hang hem aan mijn rugzak. Een enkele andere wandelaar loopt ook naar boven, maar een groter aantal ouderen loopt alweer naar beneden op dit vroege uur. Zij hebben hun ochtendwandeling, ochtendgymnastiek of een bezoek aan de tempel er al weer op zitten. Twee apen zitten naast de weg, elkaar de ontvlooien. Ze zijn zo stil bezig met hun ochtendritueel, dat ik ze bijna, zonder ze op te merken, voorbij ben gelopen.
Dan is daar ineens bordje 101 (500 meter paaltje) van het MacLehose trail. Ik herken de omgeving niet, hier ben ik de vorige keer niet geëindigd, maar ik ga ervan uit dat, daar waar ik ben geëindigd, om de hoek ligt. Ik ga er niet naar op zoek, ik ga alleen opzoek naar welke richting ik op moet lopen en dat is via het pad dat Lion Rock trail heet.
Het is er heerlijk rustig. Af en toe kom ik iemand tegen, maar op een maandagochtend is het toch rustiger dan in een weekend. Halverwege het pad staat een man op zijn telefoon te kijken. Hij zegt dat zo’n 50 meter verderop iets is. Ik versta niet wat hij zegt en vraag ernaar. Hij herhaalt het en zegt dat ik niet bang hoef te zijn en als ik ‘oink oink’ zeg, dat ze dan wel weg gaan. Nu heb ik het weer niet verstaan, maar ik denk dat het over een dier gaat, ik denk aan wilde zwijnen of aan apen. (Rent een wild zwijn weg als je ‘oink oink’ zegt? Het lijkt mij meer als een lokroep.) Ik trek mijn schouders op en vervolg mijn pad naar beneden, terwijl de man de weg naar boven vervolgd. Na 50 meter zie ik geen dieren, maar dat komt misschien omdat meneer de dieren al weggejaagd heeft met zijn ‘oink oink’.
De bomen hebben in deze tijd van het jaar prachtige jonge licht groene bladeren, een struik siert de omgeving met haar roze kelkvormige bloemen, die ik nog nooit eerder heb gezien, door het dal echoot het ‘geoink’ van de man nog lange tijd na.
Om 11:00 sta ik aan het einde van sectie 5 en steek de weg over naar sectie 6. Sectie 6 is saai, maar makkelijk. Het is voor het grootste deel een asfalt weg. Aan beide zijden van de weg zijn vele picknick plekken, maar ik ben op zoek naar een picknickplek waar geen apen zijn. Trui aan, trui uit, trui aan, als ik ga stilzitten krijg ik het toch weer koud, op die momenten ben ik toch blij met mijn trui.
Na de lunch sta ik na een kilometer al aan het einde van sectie 6 die vloeiend overgaat in sectie 7. Het pad gaat eerst langs een waterreservoir over het asfalt en dan zijn daar weer de trappen omhoog die mij terugbrengen tussen de bomen, de berg op. De berg is hoog dit keer. Na elke bocht kijk ik omhoog en hoop dat er een vlak stukje pad komt, maar steeds als ik de treden nog verder omhoog zie gaan denk ik, 'oh fuck' en moet ik hardop lachen.
Hoe hoger is kom, hoe mistiger het wordt. Al is dit eigenlijk geen mist meer, ik loop natuurlijk gewoon in een wolk. Kouder wordt het ook, ik voel de kou op de huid van mijn armen. Ik kom aan op Needle peak, in een wolk en waar je normaal gesproken op een heldere dag waarschijnlijk een prachtig uitzicht over de stad hebt, zie ik nu alleen een witte sluier.
Na Needle peak daalt het pad gelukkig en komt het uiteindelijk uit op een asfaltweg, die al snel weer begint te stijgen. De weg gaat in haarspeldbochten naar boven. Ik kom niemand meer tegen, de wolken blijven hangen, overal hangen druppels aan de bomen, bladeren en de spinnenwebben, het is er grauw, stil, muisstil, er loopt nog geen koe te grazen. Volgens de 500 meter paaltjes, zou ik al bijna aan het einde van het pad moeten zijn, maar het pad gaat nog steeds omhoog. Het zou toch ergens nu naar beneden moeten gaan, terug naar de bewoonde wereld. Mijn energie sijpelt, met de dauwdruppels, langzaam weg.
Dan is daar een groene grasheuvel en een pad naar beneden en ineens ook weer mensen. Mensen van achteren en mensen van voren. Het pad gaat over in een trap en zo langzaam als ik erover heb gedaan om bovenop die berg te komen, ik sta vier keer zo snel weer beneden. Sectie 7 eindigt op een camping en ik zie de houten toegangspoort naar sectie 8. Maar sectie 8 is voor morgen, voor vandaag is het genoeg geweest. Ook het Wilson trail loopt hier langs. Via het Wilson trail kan ik teruglopen naar de openbare weg. Ineens is het weer druk op het pad en heb ik mijn energie ook weer een beetje terug. Ik spring van kei naar kei en ik haal de andere wandelaars allemaal in op het pad naar beneden, dat deels meer op een rivierbedding lijkt. Koeien grazen in de bosjes, een waterval raast onzichtbaar met me mee naar beneden en ik weet dat ik morgen ditzelfde pad weer omhoog mag lopen.
Bij de openbare weg aangekomen zegt mijn intuïtie me dat ik verder naar beneden moet, maar volgens de informatie op het internet, is er een bushalte in Ta Tit Yan en het bordje naar Ta Tit Yan wijst heuvelopwaarts. Na de tweede bocht zie ik gelukkig al bebouwing. Ta Tit Yan blijkt een klein gehuchtje te zijn met zo’n 10 huizen. De bus komt hier in de middag één keer per uur en ik neem plaats op een zwarte keukenstoel die onder het afdak van de bushalte is geplaatst. Ik eet mijn cashewnoten op en wacht een halfuur, terwijl ik toekijk hoe het dagelijks leven zich afspeelt in deze kleine nederzetting in Hong Kong, ver buiten het centrum. Een man met een vrachtwagen komt een gastank omwisselen, een taxi brengt twee mensen met koffers op hun bestemming en een vader loopt een stukje met zijn dochter. Om 16:55 verzamelen zich verschillende mensen bij de bushalte en zo reis ik terug naar het dichtstbijzijnde metro station.
Die warme douche is meer dan welkom en een bord met een heerlijk pasta gerecht in het hostel ook. Op de slaapzaal luister ik, liggend op bed, naar muziek. De vrouw naast mij vraagt waar ik vandaan kom. We praten wat en mevrouw (uit China) verteld dat ze in Hong Kong is om te shoppen. Ze maakt zich klaar om te gaan slapen. Ze haalt haar namaak Chanel oorbellen uit, gaat naar de badkamer, spettert een tijdje met water, komt terug met een kanten onderbroek aan een kledinghaakje en zet de airconditioning op de blaasstand. Ineens is het mij duidelijk waarom die airco aanmoet, dat is om alle slipjes die in de slaapzaal aan kledinghaakjes hangen, te drogen. De mevrouw naast mij is namelijk niet de enige. Aan ieder bed hangt een slipje en soms ook een paar sokken. Ik denk bij mezelf, ik laat mijn nachtrust niet weer verstoren door slipjes die zo nodig ’s nachts moeten drogen. (Of je hangt ze buiten te drogen of, als je toch aan het shoppen bent, koop je een paar extra slipjes. Wie gaat er nou op reis met maar twee onderbroeken?) Ik ga vroeg slapen, met oordoppen in en een T-shirt over mijn ogen. Als ik merk dat alle lichten uit zijn. Doe ik mijn oordoppen uit, stap uit bed en doe de airco uit. Ik ga weer in bed liggen en even is het is muisstil, totdat een kledinghaakje tegen het bedframe klingelt. Waarschijnlijk moest er even gevoeld worden of het slipje al droog was.
De volgende dag ga ik weer vroeg op pad, terug naar het metrostation waar ik gisteren geëindigd ben. Net op tijd ben ik voor de minibus die mij terugbrengt naar Ta Tit Yan. En dan begin ik aan de eerste klim terug naar de camping. Het is fris, maar toch gaat de trui alweer snel uit. Er hangen dauwdruppels aan de bamboe blaadjes, ik sta even stil bij de waterval, de koeien zijn verdwenen en hebben de nacht waarschijnlijk op een ander plekje doorgebracht, op de camping zijn twee mensen hun spullen aan het inpakken om hun route, die hier gisteren is geëindigd, te vervolgen.
Ik kom even op adem, drink een paar slokken water en loopt onder de houten poort door naar sectie 8. Het internet vertelde me dat ik vandaag over de hoogste berg van Hong Kong (Tai Mo Shan) ga lopen en beloofde me een prachtig uitzicht over de stad, waar ik zelfs Victoria peak op Hong Kong eiland zou kunnen zien, maar het is bewolkt. Eerst loop ik door het bos, dat langzaam overgaat in een grasheuvel met grote rotsblokken. Er waait een koude wind. Ik zit nog onder de wolkenlaag en heb nu nog een prachtig uitzicht over het gebied waar ik gisteren heb gelopen. Ik eet een Snickers en een cakeje. Voorzichtig probeert de zon door te breken, maar dat lukt maar deels, toch voel ik haar warmte.
Ik vind de wandeling op dit eerste deel van sectie 8 geweldig, net zo mooi als sectie 4, de grasheuvel met de rotsblokken en grazende en herkauwende koeien overal, de groene, met bomen bedekte, heuvel links en het dal rechts met de lage bebouwing. De wolken worden af en toe iets dunner waardoor ik de warmte van de zon blijf voelen. Ik kom bijna niemand tegen, het is er heerlijk rustig.
Na het mooie gedeelte beland ik op een asfaltweg en begint de ‘klim’ naar boven. Ik kan vanaf hier het hoogste gebouw van ShenZhen zien. Het is een saaie weg omhoog en om de wandeling toch een beetje plezierig te houden, pas ik de Chinese gezondheidstechniek, achteruit lopen, toe (walking backwards good for healthy). Ik wissel vooruit lopen en achteruit lopen met elkaar af en kom dan op de hoogste piek van Hong Kong aan, die omhuld word door een wit wolkendek. Hier kom ik weer andere mensen tegen, die vanaf de andere kant de berg op zijn gekomen. Ik eet mijn lunch en wacht een tijdje om mijn eten te laten zakken. Dan vervolg ik mijn route en sta in een bocht een tijdje stil, in de hoop dat de wolken toch weg zullen trekken. Ik sta nog geen 5 minuten in die bocht te wachten of de wolken beginnen al weg te trekken en de wolkenkrabbers beneden komen in zicht.
Terwijl ik naar beneden loopt breekt de zon volledig door. Het wordt warm en ik wil die zonnestralen in me opnemen, maar ik weet niet hoe ver het nog is tot aan de bushalte, na een korte stop loop ik toch door naar het einde van het pad.
Volgens de bus tijden moet ik een half uur wachten. In de schaduw ga ik op de stoeprand zitten, drink mijn laatste water op en gooi al mijn afval in de afvalbak. Dromerig kijk ik op mijn telefoon naar de foto’s van vandaag. Totdat er na 10 minuten al een bus stopt en zo reis ik toch nog vrij vlotjes terug naar het hostel.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley