De magische oostkust van Taiwan (2/2) - Reisverslag uit Táidong, Taiwan van Margon Brink - WaarBenJij.nu De magische oostkust van Taiwan (2/2) - Reisverslag uit Táidong, Taiwan van Margon Brink - WaarBenJij.nu

De magische oostkust van Taiwan (2/2)

Door: Margon

Blijf op de hoogte en volg Margon

14 Oktober 2018 | Taiwan, Táidong

Aangekomen in het Taroko park is het nog vroeg en rustig. Ik loop een route langs een prachtig blauw riviertje. De wandeling gaat gepaard met aaah’s, oooh’s en wauw’s. Het water is zo blauw en helder dat ik overal blijf stilstaan om het te bewonderen en een foto te maken. Aan het einde van het pad, sta ik even stil op de stenen in de rivierbedding. Ik stapel wat stenen op elkaar van groot naar klein. Het heeft iets magisch en mysterieus. Wie heeft de andere stenen opgestapeld? Hoe lang zouden deze stenen zo blijven staan? Zou de rivier ze wegspoelen in de regentijd of staan ze hier volgend jaar nog?

Als ik terugloop naar het begin van het pad, is het inmiddels erg druk geworden. Ik heb ‘haast’, ik wil zoveel mogelijk zien van dit park, maar bij de bushalte twijfel ik weer of ik moet gaan wachten en hoe lang moet ik dan wachten? Ik besluit om het eerste stuk te gaan lopen. Het is geen prettige wandeling, want de wegen zijn niet gemaakt voor wandelaars. Bij de eerste bushalte die ik tegenkom, ga ik toch maar wachten. Als de bus uiteindelijk toch komt, reis ik helemaal door tot aan het einde van het park.

Een man die vanochtend ook bij de bushalte stond vertelde me dat ik naar deze locatie moest gaan en dat ik moest rondvragen naar een tunnel en een waterval. Ik zie twee buitenlanders voor me lopen en ik volg hen, tot we moeten wachten bij een wegversperring. Ik vraag hen of de waterval daar ergens verderop is en ze zeggen ‘ja’. Zij hebben er een halve dag over gedaan om deze informatie boven water te krijgen. We moeten wachten bij de wegversperring, niemand mag er langs. De weg is 50 minuten gesloten en gaat elk uur voor 10 minuten open en dan mag iedereen er langs, van beide kanten. Ik heb dus ook maar een uur de tijd om de waterval te gaan bekijken, zeggen de toeristen uit Canada. Of ik moet er twee uur blijven hangen, maar dat is misschien weer iets te lang. We wachten gezamenlijk een kwartier tot het 14:00 is. Dan mogen we verder lopen. De tunnel is verderop en is geheel donker. Het enige licht dat naar binnen komt is vanaf de uitgang. Het is een lange tunnel. Als ik uit de tunnel kom lees ik op een bord dat het ongeveer 2 kilometer naar de waterval is, als ik met die lange benen van mij snel doorloop kan ik heen en terug binnen een uur afleggen. Ook deze wandeling gaat gepaard met aaah’s en oooh’s, het water is hier ook weer prachtig licht blauw. De waterval, waar je achter kunt staan en die als een gordijn voor je langs valt, is gesloten, maar de andere waterval is wel te bekijken. Ik weet direct dat ik hier niet een uur hoef te spenderen en nadat ik wat foto’s heb gemaakt, ga ik snel weer terug naar de uitgang.

Onderweg word ik aangesproken door een man, waar ik vandaan kom, wil hij weten en waar ik overal naartoe reis in Taiwan. Hij komt uit Tainan. Ik zeg dat ik daar ook nog naartoe ga. "Of ik wel wist dat de Nederlanders ook in Tainan zijn geweest lang geleden", "ja dat heb ik gelezen", (maar ik heb een beetjes haast nu). "En het eten in Tainan is heerlijk. Je moet echt even naar de food street" (Oké, maar ik heb….) "Ze hebben daar overheerlijke vis", (…..een beetje haast). "Ze smeren de vis in met modder en bakken de vis daarna" (oke, ga ik doen, maar ik heb…). Ik vind het onbeschoft om zomaar weg te lopen, dus ik blijf eerst ook gewoon staan, maar sta wel te trappelen om naar de uitgang te lopen. "Leuk je ontmoet te hebben", "ja insgelijks, doei". Ik haal het net op tijd, Ik ben de laatste die nog net door de wegversperring, het afgesloten gedeelte verlaat.

Als ik met de bus terugkom bij het bezoekerscentrum stap ik uit en besluit ik om terug te lopen naar het dorp. Ik wil de decoraties in het straatbeeld van de Austronesische cultuur beter bekijken. Als ik in het dorp aankom zie ik een meisje bij de bushalte zitten in traditionele kledij. Ik probeer niet te staren, maar hoop tijdens de rest van mijn reis nog wel iets meer te weten te komen over de cultuur van de verschillende bevolkingsgroepen.

Ik vind Xiulin een fijn dorp. Het is klein en rustig en het ene restaurant dat ik heb gevonden serveert heerlijk en goedkoop eten. Het strand bestaat uit kiezelstenen. Ik maak steeds kleine stapeltje van de stenen, van groot naar klein. Het platteland achter mijn zeecontainer is opgedeeld in kleine percelen met kaarsrechte wegen, maar er staat alleen gras, struiken en een enkele bananen boom. Hier en daar staat een zeecontainer, een tiny house of een soortgelijk project, maar het is allemaal nog niet voltooit. De meeste toeristen komen met de bus vanuit de stad Hualien. Ik vond mijn keuze om aan de voet van het Taroko park te verblijven de beste keuze.

De volgende ochtend eet ik mijn ontbijt in een andere garagebox. Ik heb het geld van de ontbijtcoupons terug gekregen van de homestay eigenaar. Ik loop naar het station en koop een kaartje naar Taitung. Nu dacht ik deze keer goed voorbereid te zijn met alle screenshots met de route en busnummers, maar als ik aankom bij het busstation, zie ik wel allemaal minibusjes, maar die dragen geen busnummers. Grote bussen zie ik niet. Ik had het natuurlijk gewoon kunnen vragen, maar ik blijf wachten op een grote bus met een busnummer. Het duurt me weer te lang en ik loop naar de grote weg, zie daar een eetcafé en ik denk, aha, het is lunchtijd. Even iets eten en hier kan ik vast wel even gebruik maken van de Wifi. Ik kijk nog een keer op internet en zie dat de bussen hier ook niet heel frequent rijden. Ik loop na de lunch weer terug naar de bushalte. Een taxichaufeur vraagt of ik naar Dulan ga, ja dat klopt. Hij wil me wel brengen voor 2 vingers (200 dollar waarschijnlijk), ik zeg nee. Een vrouw naast mij heeft het gesprek gehoord en wijst mij de bus aan naar Dulan.

Ik heb gekozen voor Dulan, vanwege het strand, de zee en Dulan berg en bos. Dulan blijkt een surfers paradijs te zijn. Ik had geen idee. Het is een klein dorp, maar overal staan hostels, gezellig ingericht met kleurrijke kleden en surfborden. Backpackers komen hiernaartoe om surf lessen te nemen. Ik kom voor de berg. De ontvangst is met een grote glimlach en een leuk gesprek. Ik weet niet hoe ik het heb geflikt, maar de inchecktijd is vanaf 14:00 en ik sta exact om 14:00 aan de bar.

De volgende dag bij het ontbijt om 7:00 zitten er al twee anderen, ze stellen zichzelf voor als Dave-the-wave-but-I-can’t-swim en Nick. Als ik vertel wat mijn plan voor de dag is, ik wil naar Dulan mountain om te wandelen, vraagt Nick of hij mee mag. Ik zeg ja. We halen onze lunch en water bij de 7/11. Gaan dan met de bus naar de afslag naar het park, maar de wandeling naar de ingang van het park is ook ongeveer 2 uur lopen, bergopwaarts en ik ben al gelijk buiten adem. Nick stelt voor om te gaan liften. Dat lijkt me een goed idee, daar was ik in mijn eentje niet opgekomen. Er zijn al een paar auto’s gepasseerd, maar nadat hij het voorstelde steken we onze duim op bij de eerste auto die langskomt en de dames, die onderzoek gaan doen naar de bloemetjes op de berg, nemen ons gelukkig mee. Dan begint de echte hike. Wat nou betonnen trappen, dit is het echte werk, een zandpaadje, dat later overgaat in stenen, rotsen en boomwortels.

We luisteren naar de geluiden van het bos. Er klinkt een soort gefluister. Het is geen vogel, maar het zijn de apen. We komen dichterbij en het geluid wordt iets harder. Ik kijk aandachtig omhoog, ik wil ze zien. Ze communiceren met elkaar, ze waarschuwen elkaar dat we eraan komen. Dan zie ik een makaak hoog in de boom. De aap ziet ons ook. Het lijkt dat hij in de aanvalshouding zit. Hij kijk ons strak aan en draait met zijn achterwerk. De andere makaken zie ik niet, maar ik hoor ze wel. We laten ze met rust en lopen verder.

Omdat we het eerste stuk met de auto hebben afgelegd, zijn we al vrij hoog en het uitzicht is fantastisch. Aan de ene kant zien we de oceaan en aan de andere kant zien we het vlakke land waar de spoorlijn is aangelegd en waar de landbouwpercelen liggen. We komen een groep ouderen tegen. Nick zegt dat hij de mensen niet kan verstaan omdat ze een oud Chinese/Taiwanese dialect spreken.

We lopen verder omhoog. Op sommige plekken hangen touwen waaraan we ons kunnen vasthouden of omhoog kunnen trekken. Er is een enkele houten trap geplaatst. Het is een flinke klim. Aan de kant van de oceaan hangt een grijze wolk, mistflarden trekken langs de boomtoppen door het bos. Alleen het geluid van de zingende cicaden omringt ons, soms beginnen ze als een koor te zoemen en daarna sterft het geluid langzaam weer weg. Hoe hoger we komen hoe minder cicaden er zijn, het koor wordt kleiner. De temperatuur daalt geleidelijk. Het pad wordt smaller en de rotsblokken worden hoger. Ik ben lenig, dus ik kan dat gewoon. Ik gooi mijn voet omhoog en zet me af en dan krak………
Tussen mijn benen,
broek gescheurd,
oeps.

Hoe kan dat nou, het is zo’n wijde wapperbroek, die zit helemaal niet strak, maar door het zweet plakt de broek aan mijn knieën en staat die wel strak in het kruis als ik grote passen zet. Ik buk voorover om de schade te bekijken. Ach, het is een klein gaatje, dat valt niet op, denk ik nog. Maar bij elke volgende grote stap, scheurt het gat veel groter. Ik bedenk te laat dat het misschien het beste is om mijn broek op te rollen tot boven de knie. Nick loopt voorop, maar achter mij loopt een man en ik schaam me rot. Ik gebaar dat hij me wel mag inhalen. Maar hij gebaard dat hij op zijn vrouw wacht (Ja, natuurlijk).

Aangekomen op de top, ga ik snel zitten met mijn benen bij elkaar en ik verroer me niet meer. Ik eet mijn lunch. Dan zegt dat Nick dat er niets te zien is. Hij zegt “je moet gewoon denken dat het je nieuwe kledingstijl is.” Het klinkt misschien gek, maar het hielp wel. Gewoon een andere gedachte in mijn hoofd aannemen en ik voel me direct een stuk beter.

Nick wil nog een paar foto’s maken met het bord op de top van de berg. Als hij een foto van mij neemt, zegt hij ineens draai je om (haha grapjas). Ik gehoorzaam en ik draai me om en hij maakt een foto van mijn achterkant. Als ik de foto bekijk, zie ik inderdaad dat er niet heel veel te zien is (al voelt het gat veel groter). Op de terugweg scheurt de broek waarschijnlijk nog verder, en ik fluister mezelf mijn nieuwe mantra toe, "dit is mijn nieuwe kledingstijl, dit is mijn nieuwe kledingstijl."

Na twee dagen in Dulan ga ik terug naar Taitung en blijf daar nog een nacht. Het ontvangst bij het hostel is alles behalve vriendelijk. Het is bij iemand thuis. Als ik vraag naar de wasmachine, blijkt die er niet te zijn. Het meisje vertaald met haar vertaal app en ik lees, “Nee, maar we kunnen je wel helpen met het de-hydrateren van je was.” (Huh?). Ik vraag wat ze bedoeld. Ze vertaald opnieuw en dan lees ik “We hebben geen wasmachine, je moet met de hand wassen, maar we kunnen je wel helpen met het de-hydrateren van je was. Dat eerste had ik wel begrepen, maar het woord de-hydrateren had ik niet begrepen in combinatie met kleding wassen. Ik denk dat ze drogen bedoelt, maar ik ben van plan om mijn was gewoon buiten aan de lijn te hangen, dan droogt het toch ook.

’s Avonds ga ik opzoek naar het culturele creatieve muziek park. Ik loop langs een kanaal en kom daarna op een pad uit langs een spoor. Op een plattegrond zie ik dat het een fietsroute betreft en een deel gaat langs een oud spoor. Wat een grappig idee om op deze manier toeristen de stad te laten zien. Ik loop de route langs het spoor naar het culture park. Overal in Taiwan hebben ze van deze culturele creatieve parken. Oude fabrieken en fabrieksterreinen worden omgebouwd tot barretjes en winkels. In Dulan hadden ze van een oude suikerfabriek een creatief park gemaakt.

Ik ga eerst een hapje eten en slenter daarna over de markt, met allemaal zelfgemaakte sieraden, kaarten, zeepjes en kleding. Er is een gebouw neergezet van opgestapelde zeecontainers, met theehuisjes, barretjes en winkeltjes. Daarna ga ik wat drinken op een terras bij het podium waar een band speelt. Ik doe mijn sandalen uit en zet mijn voeten op het gras. Ik luister naar de muziek. Wat een heerlijke avond. Om 23:00 loop ik weer terug naar het hostel. Op een enkeling na, is het bijna uitgestorven op straat. Ik denk: ik loop hier nu in Taiwan in het donker naar een hostel, wat zouden andere mensen op dit moment aan het doen zijn?

De volgende ochtend huur ik een fiets. Ik ga de route van 21 kilometer fietsen. Ik kom langs een oud station en een pop-up winkel in een oude brandweerkazerne. Ik raak de route kwijt, maar vind hem bij toeval ook weer terug. Ik fiets door een groen park en langs de oceaan over een dijk, maar als ik bij wegwerkzaamheden de route weer kwijtraak, ga ik terug naar het hostel, pak mijn backpack en fiets terug naar het station.

Ik verlaat de magische oostkust van Taiwan en ga naar het westen.





  • 14 Oktober 2018 - 10:07

    Liesbeth:

    Mooi... Ik wandel en reis met je mee

  • 14 Oktober 2018 - 10:08

    Liesbeth :

    Had je wel een onderbroek aan?

  • 14 Oktober 2018 - 11:26

    Margon Brink:

    Ja, ik had gelukkig wel een onderbroek aan

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Margon

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 587
Totaal aantal bezoekers 56607

Voorgaande reizen:

04 April 2021 - 04 April 2024

Margot en Margon op avontuur in Portugal

01 September 2018 - 15 Juli 2019

Margon in Azië

20 Augustus 2017 - 20 Augustus 2018

Een jaar in Shenzhen (China)

01 Juni 2006 - 12 Februari 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: